TaalTrip

Wat ruikt het lekker, juf, die natuur!

(Een leerling tijdens een TaalTrip in het Vondelpark)

Ja, je kan uit een boek leren dat de zee een grote plas water is. Maar toch: wéten wat de zee is, doe je pas als je met je voeten in de branding staat. Je zal de betekenis dan nooit meer vergeten. En het gevoel dat er bij hoort evenmin.

Vanuit die gedachte organiseert JINC TaalTrips naar bijzondere plekken als de Waterleidingduinen in Kennemerland, de Rotterdamse binnenstad en Schiphol. Het doel is de woordenschat van kinderen te vergroten en hun blik op de wereld te verbreden; twee zaken die belangrijk zijn voor begrijpend lezen.

Hoe het werkt

TaalTrip vindt plaats op locatie; door kinderen onder te dompelen in een nieuwe omgeving, wordt immers de meeste impact gemaakt. Daardoor kunnen we op meerdere manieren werken aan de woordenschat van kinderen.

• Voor professionals

  In de eerste plaats: (vrijwilligers van) bedrijven die kinderen willen rondleiden tijdens een TaalTrip, worden niet in het diepe gegooid. JINC helpt bij de invulling van het programma, dat tussen de 2 en 2,5 uur duurt en waarin gemiddeld 20 nieuwe woorden worden belicht. We verstrekken bovendien een handleiding vol tips en trucs en geven vrijwilligers een uitgebreide briefing.

  Een Taalgids is verantwoordelijk voor het inhoudelijke deel van de trip; hij of zij leidt de kinderen rond, laat hen de woorden zien en stelt hen vragen. Er is vanuit school altijd een leerkracht of begeleider aanwezig die zorgt voor de orde in de groep.

  Als professional ben je ongeveer vier uur met de voorbereiding en uitvoering van een TaalTrip bezig.

  Wil jij je ervaring delen?
  Lijkt het je leuk en zinvol om kinderen te helpen bij het wegwerken van hun taalachterstand? Wil je in een korte tijd iets doen wat echt maatschappelijke betekenis heeft? Vul dan het formulier onderaan deze pagina in en wij nemen contact met je op.

• Voor scholen

  Tijdens een TaalTrip focussen we op bepaalde thema’s, zoals de natuur, de scheepvaart of het vliegveld. Meestal zijn deze onderwerpen goed in te passen bij wereldoriëntatielessen.

  JINC neemt de organisatie op zich, maar docenten spelen wel een belangrijke rol: voorafgaand aan de trip moeten de leerlingen zich voorbereiden, bijvoorbeeld door naar een filmpje over het onderwerp te kijken en te praten over wat ze al weten van het onderwerp.

  Op de dag zelf is er begeleiding nodig vanuit school, al hoeft dit niet per se de docent te zijn; het mag ook gaan om een ouder of assistent. Terug in de klas gaan de leerlingen verder aan de slag met het thema. Ze oefenen de woorden met behulp van teksten en spelletjes over het onderwerp.

  TaalTrip is bedoeld voor groep 5 en 6 van het basisonderwijs, maar ook voor klassen van het praktijkonderwijs. Het project past binnen de taallessen. Het voorbereiden, uitvoeren en reflecteren neemt ongeveer zeven uur in beslag.

  Laat je leerlingen iets van de wereld zien!
  Lijkt het je zinvol en leuk om het vocabulaire van leerlingen een boost te geven in de praktijk? En wil je gebruik maken van de kennis en ervaring van professionals? Vul dan het formulier onderaan deze pagina in en wij nemen contact met je op.

Impact

Onze praktische, doelgerichte aanpak werkt. Leraren zien dat hun leerlingen niet alleen nieuwe woorden leren, maar ook algemene kennis opdoen. Bovendien is het goed voor hun sociale vaardigheden; de leerlingen leren contact te maken en vragen te stellen aan vreemden.