Bereid je voor

Mijn JINC – vrijwilliger – TaalTrip

Voor een geslaagde TaalTrip is de voorbereiding van groot belang. Neem daarom onderstaande punten als leidraad, dan zie je niets over het hoofd.

Voor de leerlingen houdt het project TaalTrip meer in dan enkel deze leerzame excursie. JINC heeft lesmateriaal ontwikkeld (volgens de vier stappen van woordenschatdidactiek).

Voorafgaand aan de TaalTrip activeren de leerlingen hun kennis over het thema, vervolgens zien zij op TaalTrip de woorden in de context. Daarna is het belangrijk de woordenschat te herhalen. Hiervoor zijn werkboekjes ontwikkeld en krijgen ze een spellendoos in de klas en materiaal om de woorden in het lokaal zichtbaar te maken. Tenslotte maken de leerlingen een quiz en/of verslag ter afsluiting van het project.

Wat kun je verwachten van de TaalTrip?

Als Taalgids geef je leerlingen een rondleiding waarbij zij nieuwe dingen zien en nieuwe woorden leren.

De precieze route en inhoud verschilt per locatie. Daarom ontvang je van JINC na het aanmelden en voor de briefing een uitgebreide handleiding. De handleiding geeft een handvat voor de invulling van de onderdelen. Je hoeft dit niet letterlijk te volgen, je weet er ongetwijfeld vanuit eigen ervaring veel over te vertellen. En het hangt ook af van het niveau van de groep of je kunt discussiëren met de leerlingen of het beter is om kort van stof te zijn. Belangrijk is wel dat je de woorden noemt en uitlegt, want die staan op de woordkaarten van de groepjes.

Over het algemeen is het programma als volgt: Na een korte introductie gaat de klas in meerdere groepjes uiteen. De kinderen zijn al ingedeeld en dragen een sticker met hun naam. Met ieder groepje gaat een taalgids en een begeleider van de school mee. Jij geeft de interactieve rondleiding, de begeleider houdt orde. Steeds wanneer de leerlingen een woord zien, wordt die afgevinkt op de woordkaart van het groepje leerlingen. Tussendoor zijn er opdrachten die te maken hebben met de omgeving of de woorden.

Benieuwd hoe zo’n dag eruit ziet?

Wat is voor jou van toepassing?

  • Ik ben Taalgids

    Voorafgaand aan de dag

    • Lees de Mijn JINC pagina’s goed door.
    • Check of er leerlingen van de basisschool komen of van een ander type onderwijs en lees je in over het onderwijs dat zij volgen. Dit is van belang voor je verwachting in het niveau van de leerlingen en de manier van interactie die het beste bij hen past.
    • Nadat je deelname is bevestigd ontvang je een agenda uitnodiging voor een digitale briefing, waarin je (vaak samen met andere Taalgidsen) door een JINC-er uitleg krijgt over wat je precies kan verwachten. Kun je niet deelnemen aan de digitale briefing? Laat het dan weten aan de TaalTrip medewerkers van jouw JINC-vestiging.
    • Je ontvangt ook een agenda-uitnodiging voor de ochtend van de TaalTrip. Hierbij zit ook de handleiding toegevoegd.
    • Neem de handleiding van het juiste thema goed door. Hierin staat de route en vind je welke woorden je moet behandelen. Het is handig om de handleiding al voor de briefing te lezen, zodat je eventuele vragen tijdens de briefing kunt stellen.
    • Plan je reis naar de locatie toe en noteer het nummer van je JINC-contactpersoon.
    • Blijk je toch verhinderd tijdens de TaalTrip? Probeer dan zelf voor vervanging te zorgen. Misschien is er een collega die de trip van je kan overnemen?

    Op de dag zelf

    • TaalTrips starten gebruikelijk om 10.00 uur, maar de verzameltijd is meestal eerder. Kijk dus goed hoe laat je wordt verwacht en vertrek op tijd. Ben je onverhoopt vertraagd? Bel dan naar het JINC telefoonnummer dat je hebt gekregen.
    • Neem de handleiding mee
    • Meld bij aankomst de JINC-er die je ontvangt.

  • Ik coördineer een TaalTrip bij mijn bedrijf

    Voorafgaand aan de dag

    Je hebt al kennisgemaakt met een JINC-medewerker die je ondersteunt bij het organiseren van een TaalTrip. Er is een thema dat past bij jullie locatie of werkzaamheden. Ook hebben jullie overlegd welke woorden er behandeld worden.

    • Neem het programma door. (Bij een nieuw programma: Stel het programma op. Hou hierbij vast aan de standaard opbouw: ontvangst met korte gezamenlijke introductie, het ontdekken van nieuwe woorden tijdens vier onderdelen in subgroepjes, het doen van korte praktische opdrachten tijdens de onderdelen en het afstrepen van de woordkaart. Leg je programma voor aan je JINC-contactpersoon.)
    • Reserveer de benodigde ruimtes.
    • Zorg ervoor dat voldoende medewerkers hun ochtend vrijhouden (1 per groepje of meer als dit voor het programma wenselijk is).
    • Laat je collega’s weten wanneer de kinderen langskomen en wat van ze wordt verwacht. Het aantal vrijwilligers, oftewel Taalgidsen, dat nodig is voor de TaalTrip is gelijk aan het aantal subgroepjes dat die dag wordt gemaakt. Vraag op tijd collega’s om als Taalgids een groepje te begeleiden en iets uit te leggen over hun werk. Bespreek vooraf om eenvoudige taal te gebruiken, dus geen jargon of andere moeilijke woorden. Bekijk meer tips en tricks
    • Zorg dat je collega’s het doel van de TaalTrip kennen. In het kort: leerlingen komen nieuwe woorden leren en een nieuwe omgeving ontdekken.
    • Laat als nodig is, ook andere collega’s weten dat er een schoolklas op bezoek komt en dat dit een TaalTrip via JINC is.

    Op de dag zelf

    • Stel de receptie op de hoogte van de komst van de leerlingen, zodat ze daar weten naar wie ze de groep moeten doorverwijzen.
    • Leg de materialen klaar die je gaat gebruiken.
    • Zorg voor koffie, thee en limonade (liever geen frisdrank) en eventueel wat lekkers voor de leerlingen, voor bij de ontvangst en tijdens pauze. De TaalTrip wordt door de leerlingen op school voorbereid. Er komen altijd een leerkracht en begeleiders vanuit school mee.
    • Het is prettig om met de collega’s een half uur van te voren alvast samen te komen, zodat de laatste details afgestemd kunnen worden.

Heb je hulp nodig of is er iets onduidelijk? Bel of mail dan je contactpersoon bij JINC.